donderdag 28 januari 2016

De steunpilaren van onze samenleving

Al een jaar of 15 sta ik nu voor de klas. Altijd in groep 8 of in groep 7/8.
Rechtstreeks van de Pabo rolde ik in de baan waar ik nu nog werk.
350 leerlingen verdeeld over 13 groepen had de school toen nog. Allemaal heterogene groepen, geen combinatiegroepen zoals mensen dan vaak denken, want we werkten bewust zo, omdat de mix van leeftijdsgroepen een meerwaarde had en we hadden van verschillende vakken een tweejarig programma zodat je verschillende vakken aan de hele heterogene groep kon geven.
Aan het begin van mijn loopbaan was ik nog de 'snotneus' voor ouders, inmiddels weet ik donders goed waar ik het over heb en ben ik de 'snotneus' ontgroeid.
Vele manieren van aanpakken hebben de revue gepasseerd, maar bepaalde dingen kwamen elk jaar terug, dus kon ik ieder jaar aanscherpen en verbeteren. Eén van die dingen die elk jaar terugkwam was de advisering. Welk niveau van de middelbare school past bij elk kind?
Ik heb altijd een duopartner gehad, dus we hebben ook altijd samen kunnen kijken naar adviezen. Zat ik in mijn beginjaren nog aan de hoge kant met mijn adviezen, want ik gunde het de kinderen zo, ontwikkelde ik gedurende de tijd een steeds beter kompas om te kijken waar een kind op zijn of haar plek zou zitten. Ik leerde steeds beter kijken welke zaken er toe deden om een kind goed te plaatsen. Hoe is de werkhouding, hoe vasthoudend is een kind, hoe gaat het kind met problemen om, hoe is de concentratie, hoe makkelijk is het kind af te leiden, hoe gedreven is het kind? Daarnaast had je natuurlijk de kale gegevens van de landelijke toetsen die elk jaar afgenomen worden, waar je dan uit kan halen waar het kind ten opzichte van het 'gemiddelde kind' staat.
Al met al een compleet beeld dat bevestigd kan worden door een eind-cito of een intelligentieonderzoek. Als dan de middelbare school ook jaren aan je teruggeeft dat je bijna 100% goed geadviseerd hebt, dan weet je dat je goed zit.
En dan nòg zijn er ouders die je expertise in twijfel trekken, met als grootste angst op de achtergrond het gevreesde VMBO Basis of Kader. (Voor de niet onderwijsmensen, dat is de oude LTS of Huishoudschool.) Want, dat is het laagste, het slechtste en dan heeft je kind geen toekomst.... denkt de maatschappij.
Want ja, op een VMBO komt een hoop rottigheid voor. Hoe komt dat? Veel van die leerlingen vinden school een verschrikking. Dat komt dan weer, omdat VMBO kinderen doe-kinderen zijn, kinderen die leren door doen, door ervaren. Kinderen met gouden handjes en inzichten in praktische zaken waar de VWO kinderen na lang studeren nog niet uitkomen. Waarom toch de angst voor de mensen met de gouden handen die de basis en steunpilaar van onze maatschappij zijn? Waarom toch die ziekelijk drang naar hoge cijfers en scoren in de regering? Waarom niet de kwaliteiten van de kinderen en jongeren gebruiken en de oude ambachtsscholen en in de leer gaan op jonge leeftijd, maar daardoor na hard werken een geweldige vakman kunnen worden en een even waardevol (en misschien nog wel beter) lid van de maatschappij zijn. Misschien zonder de uitgebreide wiskundige of meertalige kennis, maar wel met verstand van zaken en zonder afkeer van school en leren.
Waarom kunnen we niet samen kijken naar de kwaliteiten van mensen en die laten groeien, in plaats van iedereen hetzelfde laten doen en iedereen met dezelfde maat beoordelen of beoordelen op de moeilijkheidsgraad van je opleiding? Je beoordeelt een vis ook niet op hoe goed hij kan boomklimmen of een olifant op hoe snel hij kan zwemmen.
Kijk naar wat iemand wel kan en wat zijn of haar kwaliteiten zijn en laat hem daar in groeien!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten